Abrahamitische religie
Het jodendom hoort, net als het christendom en de islam, bij de Abrahamitische religies. Zij zien namelijk alle drie Abraham als hun aartsvader. Hiermee wordt bedoeld dat ze Abraham zien als de oudste en dus ook meest belangrijke voorvader van de Israëlieten (de voorouders van het Joodse volk). Veel mensen denken dat de mens Abraham ooit echt heeft bestaan, maar er zijn veel verschillende meningen over zijn daden en in hoeverre deze waar zijn.
Ambraham werd geboren als Abram en woonde met zijn vrouw Sarai en twee broers is Heran, een stad in het huidige Irak. Op zijn negenennegentigste kwam hij in contact met God, die hem een voorstel deed: Als Abram in verbondenheid met God zou leven en een onberispelijk leven zou leiden, dan zou hij stamvader worden van een heleboel volken. Ook zou Abram voortaan Abraham moeten heten en zijn vrouw Sarai moest de naam Sara krijgen. Abraham ging hiermee akkoord en kreeg niet veel later een tweede kind. De eerste zoon, Ismaël, kreeg hij met zijn slaaf Hagar omdat Sara niet zwanger werd. Maar nadat God Sara vruchtbaar had gemaakt, kreeg Abraham ook met haar een kind: Isaak. God zou het verbond voortzetten met alle komende generaties, dus Isaak werd was de eerstvolgende. Enige tijd later stelde God Abraham op de proef door hem te vertellen dat hij zijn zoon Isaak op een berg moest offeren. Abraham besloot dit te doen en toen hij op het punt stond om zijn zoon te slachten, hield een engel hem tegen. Dit was voor God het teken dat Abraham daadwerkelijk het volledige vertrouwen in God had en andersom. Het verhaal van Abraham draait in feite dus om één principe: het onvoorwaardelijke vertrouwen in God. Isaak zou uiteindelijk de stamvader zijn geworden van het Joodse volk en dus ook van het christendom, aangezien deze is ontstaan uit het jodendom. Ismaël werd stamvader van een volk dat later bekend werd als volgers van de Islam. |